Je mag wettelijk werken tot 1 week voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Die laatste week voor de vermoedelijke bevallingsdatum moet je dus stoppen met werken.
Ook 9 weken na de bevalling mag je niet werken.
Dan blijven er nog 5 weken over die je voor of na de bevallingsdatum mag nemen.
In totaal heb je dus 15 weken moederschapsrust.
Kan je het werk vroeger al niet aan en beslist de dokter dat je toch al vroeger dan 1 week voor de bevalling moet stoppen met werken om gezondheidsredenen, dan krijg je hiervoor een ziektebriefje. Die weken ziekte of 'werkverwijdering' worden door een wetswijziging niet meer afgetrokken van je moederschapsrust. Dit geldt zo sinds maart 2020.
Ben je niet ziek, dan kan het toch nog zijn dat je uit voorzorg je job vroeger moet stopzetten ('werkverwijdering'). Dat bepaal je dan zelf niet, maar dat is de arbeidsgeneesheer die dat bepaalt. In de dienstencheques is dit vaak na 6 maand, omwille van contact met chemische producten en het lastige fysieke werk. Ook deze afwezigheid wordt niet afgetrokken van je moederschapsrust.
Pas op: is je ziekte omwille van je zwangerschap, dan heb je recht op een iets hogere uitkering dan bij een gewone ziekte.
Opmerkingen