Woont je familielid in bij jou, dan krijg je voor een overlijden van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter telkens twee dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.
Woont je familielid niet in bij jou, dan krijg je enkel de dag van de begrafenis.
Deze dagen zijn betaald volgens het aantal uren dat je normaal moet werken die dag.
Je werkgever kan een bewijs van het overlijden vragen, maar kan de datum of het verlof zelf niet weigeren.
*De persoon met wie de werknemer wettelijk samenwoont wordt gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de werknemer.
Soepele opname op vraag van de werknemer
Voor alle vormen van rouwverlof is sinds juli 2021 voorzien dat er kan worden afgeweken van de periode waarin de dagen moeten worden opgenomen, op vraag van de werknemer en met akkoord van de werkgever.
Opmerkingen